Door: Jan Witkamp
Het is crisis tussen Herman en Bianca. Het botert al een tijd niet tussen die twee. Ze houden veel van elkaar, maar kunnen niet met en niet zonder elkaar. Beiden zijn jong, midden in de twintig, mooi, creatief en zeer ambitieus. Ze hebben elkaar leren kennen op een theateropleiding, spelen bij hetzelfde toneelgezelschap en wonen samen.
Herman is een charmante en vooral flamboyante man. Snel mensen voor zich innemend, hartstochtelijk in zijn uitingen. Intelligent. Een enkele keer arrogant. Als het hem tegenzit of niet naar de zin is, is hij soms agressief. Meestal verbaal en een enkele keer, in een impuls, fysiek agressief. Wat hem gisteren nog fantastisch leek om de wereld mee te veroveren, kan hem vandaag vervelen en doen besluiten dit fantastische project te laten voor wat het is. Mensen die Herman wat langer kennen, ervaren hem als iemand met een gecompliceerd karakter.
Bianca is uit ander hout gesneden. Warm voelend. Luisterend. Meer gevend dan nemend. Zacht van karakter. Dienstbaar aan anderen. Intelligent. Zichzelf vaak wegcijferend. Beleeft alles eerst vanuit haar hart. Sociaal vaardig en gericht op ‘de Ander’. Altijd op zoek naar een rechtvaardige oplossing voor een probleem. Maakt snel en veel vrienden. Is populair bij mensen, welgemanierd. Houdt niet van gekibbel en strijd. Kortom: het is fijn om in gezelschap van Bianca te zijn.
Beiden zijn bij mij al enkele maanden in relatietherapie.
Maar nu is het crisis. Op een avond dat ik thuis ben en niet aan het werk, wordt er gebeld. Ik doe open. Bianca staat voor de deur. Huilend en helemaal van streek. Ik laat haar binnen. We nemen eerst de tijd voor een warme kop thee.
Dan vertelt ze. “Herman en ik waren het oneens over iets.” Een theater technisch probleem. Niet de moeite waard om ruzie over te maken. Herman vond dat hij gelijk had en wilde persé zijn gelijk hebben. Hij werd kwader en kwader. Op een goed moment was Herman bloed kwaad en begon mij te vernederen en uit te schelden voor van alles en nog wat.
Ik werd bang. Ik gaf niet toe omdat ik vind dat hij mij niet zo mag behandelen. Toen begon Herman mij te slaan. Dat deed heel erg pijn. “Op het moment dat Herman naar het toilet moest, heb ik snel mijn jas gepakt en ben ik het huis uit gevlucht.”
We namen er nog een kop thee op en lieten de tijd zijn werk doen om een beetje tot rust te komen.
“Wat wil je nu?” vroeg ik. “Ik ben bang” antwoordde Bianca. “Ik durf niet terug naar huis te gaan.”
“Is het nu uit tussen jullie voor jouw gevoel, of wil je nog wel met Herman praten?” vroeg ik. “Ik wil wel met hem praten” antwoordde Bianca. “En zou je dat nu willen?” vroeg ik. Bianca knikte ‘ja’.
Ik belde Herman op. Vertelde hem dat Bianca bij mij was, dat ze graag met hem in gesprek wilde, maar wel onder mijn begeleiding. Herman vertelde mij met bevende stem dat hij ook geschrokken was van het gebeuren. Hij wil ook met Bianca praten. We spraken af dat Herman over een kwartier bij mij zou zijn.
Dat kwartier duurde een half uur. Dat is nu eenmaal Herman. Belangrijkste is: Herman is er!
Na nog een kop thee voor allen en wat zenuwachtig gepraat over ditjes en datjes, haalde ik op theatrale wijze mijn flipover op standaard en enkele viltstiften erbij en zette de flipover op de grond.
Met een paar verticale strepen op het vel papier dat ik op de flip-over had bevestigd, deelde ik de oppervlakte van het papier in vieren. Boven de twee ruimtes aan de linkerkant schreef ik de naam op van Bianca. Boven de twee rechterruimtes kwam de naam van Herman te staan. Daarna gaf ik instructie.
“Eerst is het de beurt aan Bianca.” En als de beurt aan Bianca is houdt Herman zijn kaken stijf op elkaar. Dat zal misschien soms moeilijk zijn. Maar Herman. “Ik hou je daaraan.”
Je zag Herman kijken met een gespannen en wat verongelijkt gezicht. Bianca was zichtbaar gespannen. Ze wilde zich het liefst terugtrekken, maar besefte dat dit niet kon.
“Daarna is het de beurt aan Herman.” ” En dan zwijgt Bianca, net zo lang als de beurt van Herman duurt.”
“Bianca.” Ik vraag jou allerlei eigenschappen van Herman op te noemen die jij echt slecht vindt. Je mag er zoveel opnoemen als je wilt, maar probeer er minimaal tien op te noemen. We gaan niet in discussie. “Ik schrijf de eigenschappen die jij opnoemt op helemaal rechts op het bord onder de naam van Herman.”
Even was het stil. Daarna noemde Bianca een aantal slechte eigenschappen op van Herman, zoals: bazig, agressief van toon, dominant, slordig, wispelturig, arrogant, ongeduldig, lui, erg met zichzelf ingenomen, altijd gelijk willen hebben.
Herman kon het niet laten halverwege deze opsomming van Bianca haar te onderbreken en in discussie te gaan. Dat werd door mij resoluut afgewezen en ik zei tegen hem: “Als je daarmee niet onmiddellijk ophoudt, moet je meteen vertrekken en maak je voor jezelf verder gesprek met je partner wel erg moeilijk.” Daarna zweeg Herman.
Nu is het de beurt aan Herman om minimaal tien in zijn ogen slechte eigenschappen op te noemen van Bianca, die ik helemaal links op het bord onder de naam Bianca opschrijf.
Herman noemt slechte eigenschappen van Bianca als: dromerig, traag, huilerig, betweterig, langzaam, twijfelaar, altijd ‘nee’ zeggen als ik iets voorstel, koppig, langzaam denkend, niet zakelijk.
Tijdens deze opsomming zweeg Bianca. Wel zag ik dat ze soms een schrikachtige beweging met haar lichaam maakte als Herman een slechte eigenschap van haar noemde. Dit was natuurlijk spannend voor beiden.
Ik gaf nu de volgende instructie aan Bianca: “Elke slechte eigenschap van Herman die je net noemde, heeft natuurlijk ook zijn tegenpool in de vorm van een goede eigenschap.” Dus wanneer je bazig als slechte eigenschap van Herman noemt: “Wat zou daarvan de tegenpool, de goede eigenschap, zijn?”
“O, ik snap het.” ” De tegenpool van bazig is: gericht op gelijkwaardig zijn” antwoordt Bianca. “Precies,” reageer ik. “Probeer nu voor alle slechte eigenschappen van Herman eens de tegenpool te noemen?”
Bianca reageert als volgt: agressief van toon – mildheid; dominant – volgzaam; slordig – heel precies; wispelturig – consequent en vasthoudend; arrogant – bescheiden; ongeduldig – geduldig; lui – daadkracht, energiek; erg met zichzelf ingenomen – twijfelen aan zichzelf; altijd gelijk willen hebben – ongelijk toegeven, gelukkig willen zijn.
Vervolgens zoekt Herman de tegenpolen van de door hem genoemde slechte eigenschappen van Bianca. Herman spreekt de volgende opsomming van tegenpolen van Bianca uit: dromerig versus heel concreet zijn; traag – snel kunnen beslissen en handelen; huilerig – vrolijk en blij; betweterig – openlijk twijfelen en niet weten; langzaam – snel; altijd ‘nee’ zeggen als ik iets voorstel – ja zeggen tegen mij als Bianca het ermee eens is; koppig – flexibel; langzaam denkend – zorgvuldig overwegend; niet zakelijk – zakelijk, wel met haar hart erbij.
Ik pak een viltstift en kras bij beiden een dikke streep door alle opgesomde slechte eigenschappen bij Bianca en bij Herman en zeg daarbij: “Jullie reageren telkens op elkaars slechte eigenschappen. Op dit punt heb ik jullie niets te leren! Jullie weten net zo goed als ik dat, als je altijd de nadruk legt op de slechte eigenschappen van je partner, je de relatie slechts tot één punt voert, een vechtscheiding. Als jullie niet willen scheiden, kiezen we nu voor een andere houding. Ik wil dat jullie vanaf nu met elkaar in gesprek gaan, of liever gezegd, in dialoog gaan over de goede eigenschappen die jullie in elkaar zien. Wat wil jij bijvoorbeeld Bianca? Welke goede eigenschappen van Herman wil jij ervaren? Hoe wil jij dat Herman met zijn goede eigenschappen in jou investeert? En aan jou, Herman, natuurlijk dezelfde vraag. Ik wil dat jullie daarover met elkaar beginnen te praten. “Zo geven jullie elkaar een cadeau van positiviteit.”
Even is het stil. Toch: bij beiden valt het kwartje. Er ontspint zich, eerst aarzelend, een dialoog, waarbij beiden de goede eigenschappen van elkaar zien en benoemen. Hoe meer Herman en Bianca dat doen, hoe ontspannender de sfeer in het gesprek wordt. Het leidt ertoe dat men elkaar meer sterkt en bevestigt in de persoon die men is. Dat is iets anders dan hoe men zou moeten zijn.
Na een half uurtje napraten beëindig ik de bijeenkomst. We concluderen alle drie dat de ruzie wel is weggeëbd, maar we zijn er nog niet. Er zal nog meer gewerkt moeten worden aan herstel in de relatie tussen Bianca en Herman door het positieve in elkaar te blijven zoeken.
Bianca geeft aan wel voldoende vertrouwen te hebben in Herman om samen met hem weer huiswaarts te keren. Zo geschiedde.
Anderhalf jaar later zijn Bianca en Herman toch van elkaar gescheiden. Niet via een vechtscheiding overigens. Beiden waren zich volledig bewust dat ze – ook al was de scheiding heel verdrietig – gewoon niet qua karakter bij elkaar passen. De scheiding hebben Bianca en Herman in volledig respect voor elkaar afgewikkeld. Ze zijn als goede vrienden uit elkaar gegaan en onderhouden tot op de dag van vandaag een hechte vriendschap en werken samen.
* De namen zijn niet de echte namen van de personen in dit blog.